De kleine jongen en de rivier

De kleine jongen en de rivier verscheen in 1994 bij De Bezige Bij. De aanzet tot de roman dateert van 1980, toen ik door Carole Vos en Anton van Oirschot gevraagd werd teksten te leveren voor een boekje met verhalen. De titel luidde Allemaal Kinderen en verscheen augustus 1980 in Heeze. Aan de uitgave droegen ook Ward Ruuyslinck, Gerard Walschap, Toon Kortooms e.a. bij.

Bij het schrijven van De kleine jongen en de rivier liet ik me vooral inspireren door voorvallen uit mijn kinderjaren. Die bracht ik door in het Brabantse dorp Liempde, dat enige bekendheid geniet door de Landbouwwerktuigendagen die er vroeger jaarlijks en nu tweejaarlijks plaatsvinden. Sinds 1 januari 1996, toen de gemeentelijke herindeling een feit werd, werd de voorheen zelfstandige gemeente Liempde ingedeeld bij Boxtel.

Ik was bijna vier jaar toen mijn vader die agent was, in april 1952 van Oerle naar Liempde werd overgeplaatst. In 1961, net 13 jaar oud, werd ik naar het seminarie van de paters kapucijnen in Oosterhout gebracht. Ik zou er tot 1968 blijven.

Het boek is een tussenvorm van verhalenbundel en roman. In elf verhalen worden even zovele episoden uit het leven van Henri Pafort beschreven. In het eerste verhaal is hij ongeveer drie, in het elfde dertien. Elk volgend verhaal is hij ongeveer een jaar ouder.

Soms beschreef ik Henri Pafort niet alleen, maar probeerde ook in de taal die ik hanteerde de denktrant van het jongetje, een kind, tot uitdrukking te brengen.

De titel is een toespeling op een roman van Ernest Hemingway, De oude man en de zee. In het titelverhaal De kleine jongen en de rivier vangt de kleine Henri Pafort ook de grootste vis die hij ooit ving, maar wanneer de vis in moeilijkheden komt, doet hij het tegenovergestelde van de oude man in Hemingway’s boek: hij doodt de vis niet, maar probeert hem te redden. Aan het eind van het verhaal, als stropers zijn vis gedood hebben, zal hij zeggen dat hij nooit volwassen wil worden, want alles wat volwassenen ondernemen, eindigt in vernietiging en dood. Wie het verhaal leest als een commentaar op Hemingway’s boek, heeft niet helemaal ongelijk.

Ik heb overwogen om een regel uit een lied van Randy Newman voorin het boek te zetten: ‘Looking at the river I was thinking of the sea.’

De roman Het einde van de eeuwigheid is een vervolg op De kleine jongen en de rivier.