Aliesje
Het nietige machtig maken en het machtige nietig.
Dat was de beweegreden om Aliesje te schrijven, zo vertelde ik in een interview. En ook vertelde ik dat ik het nietige belichaamd zag, letterlijk, in Aliesje en ze me ontroerde omdat het voor haar geen rol speelde: wie of wat ze ook was, het maakte haar niet uit, ze was altijd grappig en vrolijk. In tegenstelling tot mij. Ik was droefgeestig en met mezelf begaan. Wellicht omdat ik dacht dat ík wel iets of iemand was.
Ze was mijn muze en mijn medicijn.
Ik herinner me dat ik haar bezocht, in een stad in het noorden, en quasi toevallig met haar de openbare bibliotheek binnenliep en quasi toevallig een boekenkast passeerde en quasi toevallig naar een boek greep en dat boek quasi toevallig voor haar ogen hield. ‘Wie is dat?’ ‘Hé, dat ben ik.’ ‘Precies. En jij bent op dit ogenblik het beroemdste meisje van Nederland. Er is het afgelopen jaar over geen meisje zoveel in krant geschreven. Je bent nog beroemder dan de prinsessen van Oranje Nassau. Terwijl je niet één cent hebt. Wie denk je dat dit boek heeft geschreven.’ ‘Jij.’ ‘Ik? Nee, jij.’ ‘Mijn moeder zegt dat jij het geschreven hebt.’ ‘Nou ja. Als jij het perse wilt. Maar eigenlijk.’
Van het boek lees ik, als ik het al ooit ter hand neem, nooit andere dan de laatste bladzijden. Die roeren de kern aan. En zijn redelijk goed geschreven. Er is veel duisternis in mijn dwalen. Maar een paar dagen heeft ooit de zon geschenen.
Ik heb me altijd graag bemoeid met de ontwerpen van de omslagen van mijn boeken. Ik leverde foto’s en ideeën aan. Zo ook voor de uitgave van Aliesje.
Dit is het eerste ontwerp. Ik leverde een foto aan waarbij een meisje haar arm vragend of bijna smekend omhoog brengt, naar de lens van het fototoestel. Zij zit op haar knieën op gras, bij haar liggen een jack en minigolfstick. Het zwart van de foto is vervangen door sepia, om de foto diepte te geven, en het raster is zo grof dat houding en gebaar van het meisje niet goed te zien zijn.
Dit ontwerp werd afgewezen. Het werd een ander omslag, zie hiernaast. Hoewel Aliesje mijn eerste boek was, grotendeels in 1971 en 1972 geschreven, werd het niet als eerste boek uitgegeven. Dat lot was Hyacintha en Pasceline beschoren, een roman die ik in zomer en herfst van 1973 schreef.
Het personage dat ik in Aliesje en vele gedichten beschreef, was enkele jaren mijn muze en inspiratiebron.