In de weken voor de verschijning van mijn roman Het einde van de eeuwigheid plaats ik elke dag een stukje over de totstandkoming ervan. Dit is het elfde stukje.
11.
De taal verandert (3) – Een lastige kwestie
Na enkele dagen kwamen er reacties op mijn bericht binnen.
Hoi Jasper,
Lastige kwestie. Mijn eerste reactie is: dat moet je aan jongeren vragen. Wij hebben de voeling met deze tijd verloren en hebben in elk geval niet de toekomst. Jouw ‘redacteuren’ hebben deze problematiek niet gesignaleerd, schrijf je. Verbaast mij niet, zij zijn van onze leeftijd. Ik vind de huidige opvattingen over taal die discrimineert grotendeels flauwekul. Aanpassing van teksten uit voorbije decennia een nog verder terug is ronduit onzin en kwalijk. Vraag aan mensen van dertig, veertig jaar hoe zij hierover denken.
Anderzijds: bij Voskuil las ik vorige week een paar keer de term neger. Hij bedoelde het ook negatief, denk ik. Ik vond het dus niet prettig. Het woord neger komt volgens mij van het Amerikaanse nigger, wat als ik me niet vergeet een scheldwoord is. Maar het kan ook zo zijn dat ik door alle publiciteit al subjectief lees en die bijklank er dus onbewust in smokkel.
Ik weet het dus niet, Jasper. Een redacteur bij een grote uitgeverij zou natuurlijk advies kunnen geven. Heb jij nog contacten in die contreien? Misschien kunnen Anton, Martijn, Frank daar advies over geven. Ik denk in elk geval dat je niet moet varen op de gedachtes van zeventigjarigen.
Hartelijke groeten.
Dit was het antwoord dat ik van Chris kreeg, en zeer belezen vriend, leeftijdsgenoot en strafrechtadvocaat. Hebben zeventigjarigen geen voeling meer met de tijd en kunnen zij veranderingen in de taal niet registreren en beoordelen? Het is waar dat elke generatie zijn eigen woordenschat heeft en dat ouderen de taalvernieuwingen bij jongeren meestal niet meekrijgen. Maar moet de taal van de jeugd de maatstaf zijn? Mag de jeugd of de generatie van de veertigers de samenleving dicteren wat ethisch geoorloofd is een wat niet? Nee, daar ga ik niet mee akkoord.