Serie artikelen over Het einde van de eeuwigheid – Tekst 1

 

De komende twee weken plaats ik elke dag een stukje over de totstandkoming en verschijning van de roman Het einde van de eeuwigheid, deel 2 van de romancyclus Het Wolfsbit. De serie start vandaag.

1.

Kink in de kabel

Op 29 januari schreef ik: ‘In april zal Het einde van de eeuwigheid worden heruitgegeven. Het is deel 2 van mijn romancyclus Het wolfsbit. Die zal uiteindelijk uit zeven delen gaan bestaan. Deel 1, getiteld De kleine jongen en de rivier, verscheen in september vorig jaar.’ Het is nu half mei. Dat de roman nog altijd niet is verschenen, heeft verschillende oorzaken. Eind oktober kreeg ik last van mijn rug: hernia. Een scan wees uit dat die op drie plaatsen zat. Ik bracht vier maanden voornamelijk liggend door, binnen de muren van mijn huis. Mijn lief Daisy ontwierp een mobiel bureau dat ik boven de bank in de huiskamer kon schuiven. Ik kon er mijn laptop op zetten. Voor het bed kocht zij een klein blad met uitklapbare poten dat ik over mijn buik kon zetten en dat voldoende plaats bood voor mijn laptop. Zo werkte ik aan mijn boeken, liggend, in een trager tempo dat normaal, ook omdat zware pijnstillers me moe en slaperig maakten. Mogelijkheden me te ontspannen had ik ook bijna niet.
Sinds een week of vijf kan ik weer aan mijn werktafel zitten, op een bureaustoel. Wat een weelde! Lopen gaat nog niet geweldig, maar zitten wel. Ik mag niet vergeten regelmatig op te staan en te bewegen. De dagen waarop ik niet aan mijn werktafel zit, maar wandel, me voorzichtig aan klussen waag, van huis ga, verlopen het makkelijkst.
Door de hernia werd het werken aan het boek flink vertraagd.
Er ging ook meer werk in de redactie van de tekst zitten dan was voorzien. Ik had ontdekt dat in deel 1, De kleine jongen en de rivier, spelfouten waren blijven zitten, ook al had ik de tekst door verschillende mensen laten nakijken en deed ik zelf mijn best alle ongerechtigheden er uit te ziften.  Daarom liet ik de tekst van Het einde van de eeuwigheid door drie redacteuren, dat wil zeggen twee neerlandici en een plublicist, napluizen. Dat nam nogal wat tijd in beslag. De omvang van het boek, 763 pagina’s, speelde daarbij beslist een rol en ook de noodzakelijkheid voortdurend te overleggen. Er rezen onvermoede problemen op. Daarover zal ik meer vertellen in de stukjes die volgen.
De planning is nu dat de roman begin juni verschijnt. De presentatie is gepland op 2 juni, 17.00 uur, Café Mimi in Tilburg. Afgelopen zaterdag kreeg ik een drukproef van de roman toegestuurd.