Op 9 oktober (in Uden) en 25 oktober (in Nijmegen) werd het 20-jarig bestaan gevierd van Uitgeverij Hoenderbossche Verzen te Uden. Deze uitgeverij werd opgericht door Maarten van den Elzen en Genoveef Lukassen. Tegelijk werd de elfde dichtbundel van Maarten van den Elzen, getiteld ‘Een Wak in de Werkelijkheid’, gepresenteerd in het Museum voor Religieuze Kunst aan de Veghelsedijk in Uden (9 oktober) en Nijmegen (25 oktober). Vier Tilburgse dichters en schrijvers  – Cees van Raak, Jasper Mikkers, Charles Vergeer en JACE van de Ven – gaven een korte lezing ter gelegenheid van het jubileum. Hieronder de tekst die ik schreef.

 

Maarten is in verschillende hoedanigheden actief in de letteren. Ik noem er een paar: dichter, uitgever, bedenker en vervaardiger van poëzieroutes (dit samen met Genoveef), vertegenwoordiger (van de eigen uitgeverij, Hoenderbossche Verzen) en verkoper.

Ik ga iets zeggen over Maarten als uitgever en als inrichter van poëzieroutes.

De boeken van Maarten en Genoveef zijn daadwerkelijk bijzonder. Van de 40 uitgaven zijn er 20 aangekocht door Museum Meermanno/Huis van het Boek. Vanwege dus de expliciete bibliografische waarde van het ontwerp. Dat zegt veel over de liefde, creativiteit en energie die de uitgevers stopten in de vorm van de boeken.

De uitgeverij startte twintig jaar geleden, in 1994, met de uitgave van een dichtbundel van Eddie Besselsen, getiteld Donkerstraat. Er zijn vele uitgaven gevolgd, zoals gezegd 40 in totaal. Dat is een gemiddelde van twee per jaar. Van die 40 bevatten 10 uitgaven werk van Maarten zelf en 30 werk van andere dichters. Soms betreft het een bloemlezing, soms een poëzieroute.

Ik denk dat ik me niet vergis als ik zeg dat één van de bundels van Maarten zelf, “Madrigalen van Maarten”, 10 gedichten getoonzet door Andries Clement, het kroonjuweel van de uitgeverij is en dat dit boek Maarten het meest aan het hart gebakken is. Het gaat om een grote, in twee kleuren gezeefdrukte cassette met cd, bladmuziek (partituren), dichtbundel en twee in vier-kleuren gezeefdrukte portretten van componist en dichter. Het verscheen in 2007. De zeefdrukken zijn als steeds van de hand van Genoveef Lukassen. Deze bundel laat zien hoe Maarten dacht. Hij bracht graag verschillende disciplines bij elkaar, in dit geval poëzie, muziek, beeldende kunst en de kunst van het uitgeven. Deze uitgave ook is hét succesnummer van de uitgeverij geworden, heeft het meeste geld in het laadje gebracht. Want dat moet Maarten ook nagegeven worden: hij is naast dichter en uitgever ook verkoper en handelaar. Hij schaamde zich gelukkig nooit om zijn uitgaven ook als handelswaar te beschouwen, daarin gesteund en aangespoord door Genoveef. Maarten begreep dat een boek niet de functie krijgt en de eer bewezen wordt die het toekomt als het niet in handen van lezers terecht komt. Een boek moet lezers vinden, verkocht en gelezen worden.

Uit het inzicht dat poëzie pas poëzie is als zij gelezen wordt, kwamen andere initiatieven voort. Maar niet alleen daaruit. Dat Maarten en Genoveef handelden uit een behoefte en verlangen die verder gingen dan het aan de man brengen van hun eigen werk, dat ze geïnspireerd werden door een dieper gaande liefde voor literatuur en kunst, bewijst het feit dat ze 30 boeken met het werk van anderen lieten verschijnen. Maar ook het aanbrengen van gedichten van anderen in de openbare ruimte in de vorm van poëzieroutes laat zien dat ze niet alleen handelden uit eigenbelang en dat ze in hun liefde voor de poëzie verder (kunnen) kijken dan het boek alleen.

Natuurlijk, Maarten kreeg vele opdrachten om eigen gedichten te schrijven voor bepaalde plekken, gewijd aan bepaalde onderwerpen. In de openbare ruimte van Uden alleen al zijn meer dan 30 gedichten van Maarten te lezen. Ik denk niet dat in deze gemeente iemand meer aanwezig is dan Maarten. En blijvender. Politici en pastoors mogen hun boodschap mondeling overbrengen, maar na enkele seconden is die verwaaid. Ze mogen hun gedachten op papier zetten, maar dát soort papier verdwijnt, gelezen of ongelezen. De gedichten van Maarten zijn overal zichtbaar, worden gelezen en blijven. Ook in Ravenstein, Oss, Veghel, Mariahout, Bakel en Beek en Donk.

Maar daarnaast realiseerden Maarten en Genoveef ook poëzieroutes met het werk van andere dichters, zoals de poëzieroutes in Uden,’t Oventje (gemeente Landerd), Schijndel, Sint Michelsgestel, Boxtel en Liempde. Ik heb het als een grote eer ervaren dat door Maarten en Genoveef zes gedichten van mij op borden aan de openbare weg zijn aangebracht in Liempde, het dorp in de Meierij waar ik mijn kinderjaren heb doorgebracht en dat altijd een bijzondere plek heeft gehouden in mijn leven en herinneringen. Maarten en Genoveef kregen geen opdracht, geen buidel met geld, nee, ze zeiden tegen elkaar: daar, over die plek, dat dorp, zijn mooie gedichten geschreven, daar heeft een dichter voetstappen in de vorm van poëzie achtergelaten, die poëzie moet gelezen worden, op de plek zelf, daar gaan wij voor zorgen. Ik heb iets van de voorbereidingen van de Poëzieroute Boxtel/Liempde meegemaakt: er moesten talloze hindernissen genomen worden, talloze gesprekken met overheden en andere betrokkenen, er ging heel veel geduld, diplomatie, tijd en energie in zitten. Maar het kwam rond. Met busje, schop en schroevendraaier trokken ze er uiteindelijk op uit om de borden zelf te plaatsen. Niets hield hen tegen. In de literatuur is de tank door Maarten uitgevonden, met Genoveef als bekwaam bestuurder.

Namens de dichters die hun werk bij Hoenderbossche Verzen zagen verschijnen, namens de lezers van de gedichten die Maarten en Genoveef overal in Brabant aanbrachten, dank ik hen voor hun inzet en creativiteit, dank ik hen omdat ze ons en vele anderen hebben laten zien hoe belangrijk poëzie is.