Op 17 juli 1951 stortte wielrenner Wim van Est in het ravijn, op de Col d’Aubisque. Een dag eerder had hij de gele trui veroverd, als eerste Nederlandse wielrenner. Hij viel zeventig meter diep, maar werd toch levend naar boven getakeld aan een kabel van aan elkaar geknoopte fietsbanden. ‘IJzeren Willem’, ook ‘de Beul van het Heike’ genoemd, had geen noemenswaardige blessures opgelopen, en zou nog een kleine tien jaar een succesrijk wielrenner zijn. In 2003 werd een plaquette op de Col d’Aubisque onthuld, ter herdenking van de val uit 1951. Korte tijd later, op 1 mei 2003, overleed Wim van Est. ‘D’r is er maar één die meer pijn heeft geleden dan ik,’ zo liet hij ooit in een interview weten.