Bert Wagendorp, 24 augustus 2002 de Volkskrant:

Hier is weer Lezer Lex de boekenwurm!
– Lezer Lex, wat heb je nu weer gelezen? \ Lezer Lex: ‘Ik heb deze week in één enorme jump De Klimmer van Tymen Trolsky gelezen. Genieten! Op pagina 1 gedemarreerd en vol doorgegaan tot pagina 142, solo over de meet. Moe maar voldaan en een beter mens.’ .
– Lezer Lex, gaat het over bergbeklimmen?
LL: ‘Nee, het gaat over wielrennen. Maar eigenlijk gaat het ook’ we~r niet over wielrennen. Dat wil zeggen: De Klimmer is geen wielerroman als Krabbé’s De Renner of Van Santander tot Santander van Peter Winnen. Het is geen wielerroman, maar een roman waarin wordt gewielrend.’
– Dat zie je niet vaak, Lezer Lex.
LL: ‘Zeker niet in de Nederlandse literatuur. De meeste schrijvers hier stoppen niet graag sport in hun boeken. Denken dat ze dan de Librisprijs wel op hun buik kunnen schrijven. Dus in plaats van naar het NK wielrennen, gaat de hoofdpersoon maar weer eens, naar de hoeren.’
– Zo niet dus bij onze Russische vriend.
LL: ‘Tymen Trolsky is geen Rus, maar een Tilburger, Hij heet eigenlijk Jasper Mikkers. Hij staat, zelf op de cover, op de fiets, klimmend. Hij weet dus wat van wielrennen. Dat merk je. Het verhaal is in orde en de wielerscènes ook. Er zit bij hem geen fietsbel op het racestuur. Negentig procent van de Nederlandse romanciers zou de wielerheld vrolijk bellend de Tour laten winnen.’
– Waarom heet het De Klimmer?
LL: ‘Ik citeer een van de personages: Wielrennen is een metafysische sport en de ultieme vorm van wielrennen is klimmen. Kijk naar de Tour. De sprinters zijn tweederangs renners. Om de klimmers gaat het. Zij zijn de troetelkinderen van de goden.’
– Mooi. Hoeveel schavotjes op de schaal van tien?
LL: ‘Acht.’
– Kost het?
LL: ‘Kost 14,98 euro.’
– Advies van Lezer Lex?
LL: ‘Lezen!’


Brabants Dagblad 4 juli 2002, door Joost Geerts:

Een clubje vrienden neemt deel aan de Ronde van de Catalaanse Kust, een wielerwedstrijd aan de Costa Brava, waarbij “amateurs, veteranen, liefhebbers en beginnelingen” twee weken lang dezelfde rit rijden. Als het weer het toelaat, last men bergetappes in. Tegen dit exotische, smaakvol beschreven decor plaatst Trolsky de ontredderde Henri Pafort.

Voor de fragmentarische, bijkans filmische structuur is (…) bewust gekozen. Door relatief beknopte scènes in serie te schakelen, verweeft Trolsky verscheidene verhaal1ijnen. Deze labyrintische opbouw komt de spanning zeer ten goede.