Fragment 2

In Lichtendam liepen ze van het station naar het centrum. Ze gingen verschillende kledingzaken binnen. Elke keer moest Henri zijn oordeel geven als Linda met blouse of rok uit het kleedhokje kwam. Vooral de keuze van een nieuwe rok had veel aarde in de voeten. ‘Ik weet het niet.’ Ze draaide zich om voor de passpiegel, keek over haar schouder. ‘Of toch die andere?’ ‘En die dan?’ Ze had een rose rok apart gelegd, een paar keer opgepakt en weer neergelegd. ‘Ja, die zou ik wel willen hebben. Maar daar durf ik niet mee thuis te komen. Die is te kort.’ ‘Te kort?’ ‘Ja, te ver boven de knie. Er zijn best veel meisjes die zo’n rok dragen, maar vader vindt dat dat niet kan. Te ordinair. ’ ‘Oh.’ ‘Te uitdagend. Iets voor meisjes uit de achterbuurt.’ Ze streelde de stof. ‘Zou jij als ik hem koop, tegen vader kunnen zeggen dat je hem mooi vindt? Dat het heel normaal is in deze tijd om zo’n rok te dragen?’ ‘Ik?’ ‘Ja.’ ‘Maar ik heb helemaal geen verstand van mode.’ ‘Hoeft ook niet. Als jij tegen hem zegt dat deze rok absoluut niet ordinair is, draait hij wel bij. Hij heeft ontzag voor wat jij vindt.’ ‘Vader heeft ontzag voor…? Daar geloof ik niks van.’ ‘Jawel. Jij zit op het seminarie. Jij weet wat kan en wat niet.’ Henri was stomverbaasd. ‘Goed. Als jij dat denkt.’ 

Bij de Slegte kocht hij een twee boeken van Friedrich Nietzsche: Also sprach Zarathoestra en Jenzeits von Gut und Böse. Verder Dichter in New York, vertaalde gedichten van Federico Garcia Lorca met tekeningen van Corneille, en Le navire du péché

‘Kun jij Frans lezen?’ vroeg Linda. 

‘Een beetje.’

‘Waar gaat dit boek over?’

‘Dat weet ik nog niet.’

‘Vooruit! Vertellen!’

‘Over een schip dat de zee opvaart en waar rijke, oudere vrouwen die eenzaam zijn l’amour kunnen vinden.’

‘Hoe dan?’

‘Ze worden verwend door mooie, jonge matrozen.’

‘Maar waarom op een boot?’

‘Wat ze doen, is verboden. Daarom verlaten ze de territoriale wateren. Daar gelden niet de Franse wetten.’ 

‘En jij leest dat?’

 ‘Ja.’

‘Vinden ze dat goed op het seminarie?’

‘Nee. Maar ik lees het in het geheim.’

‘Dat wil ik ook.’

‘Wat?’

‘Vreemde talen leren. Waarom kun jij het gymnasium doen en ik niet? Waarom kun jij priester worden en ik niet? Waarom mogen vrouwen niet op expeditie gaan naar de Noordpool en kunnen ze geen dirigent worden? Dat is niet rechtvaardig. Wij mogen alleen de huishoudschool doen en daarna moeten we gaan werken. We kunnen alleen verzorgster worden. Het allerhoogste is directiesecretaresse. En als we getrouwd zijn, mogen we alleen nog poetsvrouw zijn.’

Ze waren bijna aan het einde van de winkelstraat. 

‘Jongens uit jouw klas gingen naar het seminarie of de hbs. Uit mijn klas is geen van de meisjes naar een middelbare school gegaan, terwijl er bij waren die daar intelligent genoeg voor waren. Waarom is dat?’ 

‘Wacht,’ zei hij, ‘zullen we hier iets drinken?’ Hij wees opzij naar een terras.

Toen ze allebei een glas frisdrank besteld hadden, boog ze naar hem over. ‘Vader heeft het nog altijd niet door. Moeder wel. Ik doe schriftelijke cursussen. Ik wil een mms-diploma halen. De middelbare meisjessschool. En als ik dat heb, ga ik verder. Hoe weet ik nog niet, maar ik wil een universitaire studie doen.’ 

Henri was verbijsterd.

‘Je zult zien dat dat lukt. Maar dat mag nog niemand weten.’ Ze ging achterover in haar stoel zitten, nam een slok en keek met haar hoofd naar achter om zich heen. 

‘Kijk dit,’ ze pakte de tas met kleren en haalde er een tijdschrift uit. ‘Hier staat een lang artikel in. En weet je waar dat over gaat? Over een boek dat geschreven is door een Amerikaanse non. Ze schrijft dat veel vrouwen het klooster in gaan omdat ze lesbisch zijn. Je weet toch wel wat dat is?’

Henri knikte.

‘Vrouwen die lesbisch zijn willen met ander vrouwen kunnen samenwonen. Maar dat mag niet. Daarom gaan ze het klooster in. In het klooster gaan ze dan soms lesbische relaties aan, in het geheim.’

‘Is dat zo? Daar heb ik nog nooit van gehoord.’

‘Ja, dat schrijft die non. Toen jij naar boeken zocht, heb ik dit artikel gelezen. Die non kwam erachter dat ze zelf ook om die reden voor het klooster had gekozen. Ze trad uit en schreef dit boek. Misschien gaan sommige mannen daarom ook het klooster in.’ 

Ze gaf Henri het tijdschrift en hij bladerde er in. 

‘Ik ga niet het klooster in. Ook niet als moeder dat wil.’ 

‘Heeft ze het daar dan over gehad?’

Linda dronk van haar glas. ‘Ik wil vrij zijn. Waarom zou ik moeten doen wat anderen willen? Het is mijn leven.’

Zo had hij haar nog nooit horen praten. Maar ze zagen elkaar ook bijna nooit. En waren nooit samen. 

‘Vader heeft al een baan voor mij, voor als ik klaar ben met de huishoudschool. Dan kan ik net als Michelle werken als verzorgster in het bejaardentehuis bij het nonnenklooster. Het is mooi werk, mensen helpen, maar ik zal eraan doodgaan.’ 

Ze dronk van haar limonade. 

‘Ik ben jaloers op jou. Jij zit daar op die school. Alles wordt voor je gedaan. Je hoeft alleen maar te studeren en goede cijfers te halen. Je hebt daar toneel, films, kunt sporten, lezen, biljarten. Ik vind het geweldig, elk jaar dat toneelstuk in het openluchttheater achter het seminarie. Ik zou dat ook allemaal willen doen en meemaken. Maar dat kan niet.’ Ze keek langs hem heen, naar mensen die in de winkelstraat passeerden. ‘Kom, we gaan terug.’ Ze pakte het tijdschrift, deed dat in haar tas en stond op. 

Terwijl ze op het station op de trein wachtten, zei ze: ‘Als ik ga dansen vanavond en ik mag mijn nieuwe rok niet aan, neem ik hem mee, in mijn tasje, en kleed ik me op weg naar de dansschool om. Ergens in een portiek. En als ik na afloop naar huis ga, trek ik mijn andere rok weer aan. Vader weet daar niks van.’

‘Heb je voor vanavond met een vriendin afgesproken? Of heb je een vriendje?’

‘Ach, een vriendje. Ik weet het niet. Ze willen wel, maar met meisjes heb ik meer lol. Die zijn niet zo serieus.’ 

Even later stapten ze de keuken binnen, Linda met een tas met kleding en Henri met een tas boeken. Het was er nog altijd druk.