Geplaatst op 30 november 2009 door

 

Afgelopen donderdag vond aan de Universiteit van Tilburg het symposium De Onvoltooide Revolutie plaats. Aanleiding: De veertigste verjaardag van de bezetting van de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg door studenten die meer zeggenschap wilden en democratisering van het wetenschappelijk onderwijs. Deze actie was de voorloper van de bezetting van het Maagdenhuis door Amsterdamse studenten. Het symposium ging over wat er van dat ideaal is terechtgekomen en hoe het er nu voor staat met dat academisch onderwijs. Conclusie van de middag: Van het ideaal van democratisering is niks terechtgekomen. Een conclusie die ik deel. Sterker nog: De meeste bezetters van toen hebben zich laten paaien door maatschappelijke status en geld en behoren nu zelf tot de gevestigde orde.

Dat was al geen fijn besef maar echt pijnlijk vond ik het worden tijdens de feestelijke presentatie van de roman “Karl Marx Universiteit van Tymen Trolsky. Dat is het pseudoniem van Tilburgs schrijver Jasper Mikkers die destijds studeerde aan de KHT. Onder het geamuseerde toeziend oog van een bar vol academische babyboomers uit het Tilburgse ons-kent-ons-circuit interviewde presentator Peer de Graaf hoogleraar Jean Frijns, hoogleraar Beleggingsleer VU en student-bezetter in 1969. Conclusie van Frijns en de Graaf na wat lollig bedoelde maar lullig uitpakkende vragen: De idealen van toen hebben niet gewerkt, de recente historie heeft geleerd dat er nog maar één systeem mogelijk is: Kapitalisme met een menselijk gezicht. Luid applaus van (bijna) alle aanwezigen in bar Tilbury’s. Waarna nog luider door iedereen de Internationale werd aangeheven.

Ik geloof niet dat ik mijn verbijstering heb kunnen verbergen. Was dit de academische créme de la créme van Tilburg? Waren dit de idealisten van weleer? Waar zijn hun idealen gebleven? Staan zij nog wel in contact met de werkelijkheid? Kapitalisme met een menselijk gezicht, is dat niet een contradictio in terminis? Waar is hier het historisch besef over hoeveel bloed er is gevloeid in de strijd van arbeiders, hun families en hun sympathisanten tegen uitbuiting en armoede, voor gelijke rechten? Is het wellicht een tikje immoreel om als verwende academicus, wethouder, journalist, auteur zonder historisch besef vanuit je ivoren toren het strijdlied van onderdrukte arbeiders zingen?

Op de UvT is de democratisering sinds 1969 stukje bij beetje teruggedraaid. Lees nota bene de tekst op de site van de UvT zelf: De universitaire bestuursstructuur richtte zich steeds meer op efficiëntie, zodat democratie een steeds lagere prioriteit kreeg. Bovendien kreeg de bedrijfsmatige aanpak de overhand. Managers moesten het voor het zeggen krijgen. Dit past niet niet bij de voorwaarden die leiden tot een florerende wetenschap. Onderzoekers hebben allereerst tijd en vrijheid nodig. Filosoof Ad Verbrugge, één van de sprekers donderdagmiddag poneerde de stelling: “Van de vrije academische cultuur is een gecontroleerde bedrijfscultuur is gemaakt.”

Volgens mij is het weer tijd. Tijd om de Revolutie op de UvT nieuw leven in te blazen. En te voltooien. Het zal alleen moeten gebeuren door andere mensen.